Recensie Chieko Ensemble

Ton Maas voor World Music Forum

Een stukje Chieko op het dak 

 Chieko Donker Duyvis mag dan als celliste verloren zijn gegaan voor de klassieke muziek, zoals ze zelf zegt, maar met wat daarvoor in de plaats kwam kunnen we onszelf eigenlijk alleen maar gelukkig prijzen, zo bleek vrijdagavond tijdens On The Roof in Amsterdam. De Braziliaans-Nederlandse muzikant – cellist, zangeres en componist – speelde met haar zeskoppige ensemble een perfect uitgevoerde set die zowel emotionele diepgang als lichtvoetige ontlading bood. Met haar klassieke opleiding in de achterzak en de Braziliaanse muziek van haar moeder als inspiratiebron ontwikkelde Chieko samen met haar muzikale vrienden een idioom waarin choro, jazz en kamermuziek met elkaar versmelten.

Piekmomenten waren er legio, maar in een samen met contrabassist Cesar Puente geschreven en gezongen stuk over het in Latijns-Amerika aldoor toenemende geweld tegen vrouwen kwamen veel van de kwaliteiten van het gezelschap overtuigend samen. Sterke en met zorg uitgekiende arrangementen leverden niet alleen hecht en toch transparant ensemblespel op, maar boden ook ruimte om vrij te improviseren.

 Als ze tussen de stukken door vertelt over hun ontstaan of betekenis, is Chieko minder bestudeerd dan wanneer ze zingt en speelt. Dat werkt ontwapenend, zeker als ze zich op aandoenlijke wijze verspreekt en een eigen compositie aankondigt als ‘a piece of me’. Om vervolgens meteen haar gelijk te bewijzen, want het besef dat Chieko naadloos samenvalt met haar muziek, is al bij de eerste inzet onontkoombaar.

17 juli, 2022

Volledig Artikel 

INTERVIEW NRC

Magie ontstaat uit kwetsbaar zijn’ 

Chieko Donker Duyvis (Amsterdam, 1997) viel als kind voor de veelzijdigheid van de cello, maar als klassiek conservatoriumstudent voelde ze zich gekooid. Ze zocht en vond haar eigen creatieve pad, weg van genres en grenzen. 

Soms tokkelt ze alsof haar cello een gitaar is en zingt er een Braziliaans liedje bij. Of ze strijkt brede lijnen, en neuriet daar - gelijktijdig, zoekend – een cantilene boven. 

Als kind werd celliste Chieko Donker Duyvis gelukkig van alles wat creatief was. Spelen. Tekenen. Zingen. Verhalen schrijven. 

Cellospelen was één van die dingen.  Op haar veertiende ging ze naar de jong talentafdeling van het conservatorium van Amsterdam ,,om beter te leren spelen.” 

Dat lukte. ,,Op het conservatorium heb ik goed cello leren spelen, technisch heb ik een solide basis”, zegt ze in een Amsterdams café. Maar ze voelde zich in die jaren vaak ongelukkig. ,,Alles draaide om prestatie, perfectie, het eindeloos wegpolijsten van alle barstjes van imperfectie. Eigenheid en spelplezier waren daaraan ondergeschikt. Dat voelde niet goed, ik vond het verstikkend.” 

Wie klassiek wordt opgeleid, draait mee in een geoliede, hypercompetitieve structuur. ,,Daar uitstappen omdat je ‘iets anders’ wilt is nogal wat”, zegt ze. ,,Zelf muziek schrijven en zingen deed ik eerst thuis, stiekem. Ik was op zoek naar wat ik precies wilde. Het voelde alsof ik uit de kast moest komen met mijn creatieve kant.” 

Maar stoppen met muziek is nooit een optie geweest. ,,Als muziek op de juiste manier uit me stroomt, ben ik intens gelukkig, dan is dat het mooiste in mijn leven.” 

Pas toen ze afstand nam van de prestatiecultus daalde het eigenlijk eenvoudige inzicht in: ,,Ik heb een creatieve kracht in me die er als zangeres, componist en improvisator beter uitkomt dan als klassiek cellist. Ik ga muziek maken op een manier waar ik wél blij van word.” 

Sindsdien heeft ze een transformatie doorgemaakt tot creatieve duizendpoot. ,Ik heb jazz-lessen genomen, zangtechniek, improvisatie, compositie. Mijn nieuwsgierigheid mocht eindelijk weer een rol spelen, en daarmee kwam ook het plezier weer terug.” 

Jazz, impro, wereldmuziek, zang: ze leerde verschillende nieuwe muzikale talen spreken – met de cello als anker. ,,Inmiddels zie ik mezelf meer als maker die een verhaal vertelt met gebruik van cello en zang. Die twee versmelten steeds meer in elkaar in mijn improvisaties. Ik werk graag samen met dansers, kunstenaars en theatermakers om te blijven leren en ongebaande paden te onderzoeken.“ 

Haar Nederlandse vader en Braziliaans-Japanse moeder, beiden kunstenaar, stimuleerden haar steeds om open te blijven staan voor alles, zegt ze.  Vormende ervaringen waren ook haar vele reizen naar Brazilië. 

,,De warmte en spontaniteit van Brazilië, de vrijere manier van expressie – die mis ik hier. Muziek is daar een veel vanzelfsprekender aanwezigheid in het dagelijks leven. Dat werkt heel verbindend.” 

Die verbinding zoekt ze nu zelf in de concerten met haar eigen ensemble, waarmee ze eigen composities speelt geïnspireerd door Braziliaanse muziek, jazz en klassiek impressionisme en binnenkort haar debuutalbum gaat opnemen. 

Één van haar andere interdisciplinaire projecten op dit moment is  - in het kader van de cellobiënnale - de familievoorstelling ‘De familie Vermicelli’, waarin ze cello speelt, zingt én acteert. 

,,Er wordt vaak gedaan alsof je je moét specialiseren, alsof dat altijd beter is. Maar specialisatie maakt ook dat je iets verliest: openheid, contact. Ik vind het juist leuk een kameleon te zijn. 

,,Wat ik maak is vrij maar niet vrijblijvend, ik ben heel perfectionistisch. Ik wil mensen echt raken. De toegankelijkheid die dat vereist is hard werk. Eerst eindeloos inzoomen op alle details, dan weer uitzoomen en je spontane beginners-mindset hervinden.” 

Zingen, zegt ze, maakt haar leven als podiumkunstenaar nog rijker. ,,Het was eng in het begin. Zingen is een nog directere manier van je uiten dan cello spelen: ik toon daar mijn diepste gevoelens, mijn kwetsbaarheid. Maar de verbinding die je van daaruit kunt voelen met het publiek is fantastisch. Magie ontstaat juíst als je je kwetsbaar opstelt. De eerste keer dat dat écht lukte vergeet ik nooit meer: de première van mijn eigen muziek als Nieuwe Maker voor het Grachtenfestival deze zomer. Ik had het gevoel zingend op te bloeien en eindelijk helemaal mezelf te zijn op het podium.”

Mischa Spel voor NRC

 

Beeld: Merlijn Doomernik